Wil jij je graag inzetten voor bedreigde diersoorten? Daar zijn we ontzettend blij mee.
Nortica
Wil jij je graag inzetten voor bedreigde diersoorten? Daar zijn we ontzettend blij mee.
Bij het zoeken naar eenden kijken we vaak in het water, maar om de witvleugelboseend (Asarcornis scutulata) te ontdekken, moet je juist omhoog kijken. Deze eenden houden van extreme hoogtes en zitten vaak op de daken van de palenwoningen in Rimbula.
Kenmerken
Leefwijze
Status
De witvleugelboseend heeft zijn naam te danken aan de kenmerkende witte veren onder zijn vleugels. De witte kop kan per eend verschillen, sommige eenden hebben een gespikkelde kop, terwijl die van andere eenden bijna helderwit zijn. Ook zijn oudere eenden veel donkerder van kleur dan jonge eenden.
Witvleugelboseenden komen voor in de meren en rivieren van Zuid- en Zuidoost-Azië. Ze houden vooral van dichte en schaduwrijke bossen en zoeken graag de rustige, donkere plekken op.
Eenden hebben een zeefsnavel; hiermee kunnen ze makkelijk kleine waterdiertjes en plantjes uit het water filteren. Verder eten witvleugelboseenden wortels van waterplanten en kleine schaal- en weekdieren die ze in de modder van de rivierbodem vinden.
Witvleugelboseenden hebben een bijzondere manier van broeden, ze broeden namelijk in hoge boomholtes. Het vrouwtje broedt hier een maand lang 5 tot 15 eieren uit. Na het uitkomen lopen de jongen gelijk met hun moeder mee en eten ze ook vast voedsel. Maar voor hun avontuur begint, moeten ze eerst hun moeder achterna en een metershoge sprong uit de boom maken! Door hun donsveren en zachte pootjes landen ze vaak zonder problemen op de grond.
Deze eenden staan erom bekend dat ze vooral rond de schemering actief zijn. Overdag zitten ze vaak te rusten aan de oever of ergens hoog op een tak. Ze zijn ook erg vocaal en kunnen luid roepen. Koppeltjes staan erom bekend dat ze met elkaar hele duetten houden, waarbij het vrouwtje vooral kwaakt en het mannetje hard roept.
Door vervuiling van rivieren en het verdwijnen van het regenwoud (door houtkap), blijven er steeds minder leefgebieden voor deze eenden over. Ook spelen de jacht en het stropen van hun eieren een grote rol in hun vermindering in aantallen. Naar schatting zijn er nog 300 tot 1000 witvleugelboseenden over in het wild. Om een gezonde ‘back-up’ populatie binnen dierenparken te behouden is er een speciaal EEP (populatie management programma), waar WILDLANDS ook aan mee doet.